Klimaat informatie over Ierland

Inleiding
Ierland heeft een zeeklimaat met milde winters en redelijk warme zomers. De invloed van de Atlantische Oceaan is groot. Dit is vooral in het zuidwesten van het eiland te merken waar het mild en nat is. In het westen komen veel palmbomen voor. Bijna elke Ier lijkt er wel een in de tuin te hebben.

Geografie
Ierland heeft een golvend landschap. Het binnenland van Ierland is heuvelachtig en bestaat grotendeels uit weiden en landbouwgrond. Hier is ook het laagste deel van het land te vinden, waar in het midden de Shannon over een afstand van 370 kilometer stroomt. In het midden van Ierland zijn ook veel meren en meertjes te vinden, met uitgestrekte veengebieden en moerassen. Het is het meest vruchtbare gedeelte van het land.

De bossen aan de oostkust zijn klein in omvang. Ze bestaan hoofdzakelijk uit eiken en berken. Aan zee liggen duinen met zandstranden. Soms zijn er kiezelstranden.

De Atlantische westkust is ruig en heeft baaien en inhammen die diep het land insteken. De hoge rotsen en loodrechte kliffen vormen op sommige plaatsen een scherpe hoge kustlijn. Op sommige plaatsen zijn de kliffen 200 meter hoog. Hier in het westen langs de kust is veel groen en zijn er ook veel palmbomen. In het binnenland staan minder palmbomen.

In het zuidwesten is ook de hoogste bergtop van Ierland te vinden. De Carrantuohill is 1038 meter hoog. In het zuiden groeien uitheemse Noord-Amerikaanse plantensoorten, waaronder rododendrons.

In het noorden en met name Noord-Ierland komen bergen en heuvels voor tot 600 meter hoogte. In de Mourne Mountains in het zuidoosten van Noord Ierland is het hoogste punt (852 meter) in deze regio te vinden.

Klimaat
Ierland heeft een gematigd zeeklimaat, dat onder invloed staat van de warme golfstroom. Ondanks dat het eiland niet zo groot is, scheelt de gemiddelde jaartemperatuur bijna 2 graden tussen Belfast (8,8 graden) en Valentia (10,7 graden).

In Ierland valt tussen de 750 en 1000 millimeter regen. De meeste regen valt aan de westkust en op de hogere heuvels en bergen. De neerslagkaart hiernaast geeft een goed beeld. De natste maanden zijn december en januari. April is de droogste maand en in het zuiden is juni nog droger. In Ierland valt op 150 dagen in het oosten en 225 dagen in het westen meer dan 1 millimeter.

Ierland kent ook neerslagrecords. In 1960 viel op het weerstation van Ballaghbeena Gap 3964,9 millimeter. In de Cummeragh Mountains viel in oktober 1996 in één maand 790,0 millimeter neerslag. Op 18 september 1993 viel op één dag 243,5 millimeter in Cloore Lake Co.

De zon schijnt niet veel in Ierland. De westkust is vaak bewolkt en motregenachtig. De zuidkust kent veel mistdagen. Gemiddeld is de zon slechts 1200 uur per jaar zichtbaar. Alleen het zuidoosten kent ongeveer 1500 uur zon, vergelijkbaar met de jaarlijkse hoeveelheid in De Bilt.

Mei en juni zijn de zonnigste maanden met ongeveer 5 tot 6 uur zon per dag. In het zuidoosten schijnt deze dan 7 uur per dag. In december schijnt de zon gemiddeld 1 uur per dag.

Zomer
In de zomer is het gemiddeld 18 tot 20 graden. De hoogste temperatuur ooit gemeten in Ierland kwam voor op 26 juni 1887. In Kilkenny Castle steeg de temperatuur tot 33,3 graden. Verder zorgt een altijd aanwezige zeewind voor de tempering van de hitte.

Winter
In de winter is het zo'n 8 graden. In het binnenland daalt de temperatuur gemiddeld veertig keer per jaar tot onder nul. Op gemiddeld één dag in het jaar wordt hier een ijsdag gemeten. Aan de kust vriest het op 10 dagen per jaar. De laagste temperatuur die is gemeten bedroeg -19,1 graden en werd genoteerd op 16 januari 1881 in Markree Castle.

Sneeuw komt voor op zo'n 6 tot 27 dagen. De minste sneeuw valt in het zuidwesten en blijft er ook slechts één keer per jaar liggen. In de bergen in het noorden wordt op 27 dagen per jaar sneeuw waargenomen en blijft deze op 11 dagen liggen.

Opvallend is het grote aantal hageldagen in Ierland. De noordwestkust krijgt op 45 tot 48 dagen te maken met hagel, wanneer buien met polaire of arctische lucht het land bereiken. In het binnenland, het oosten en het zuiden zijn de hagelbuien minder actief en nemen de weerstations op 9 dagen per jaar hagel waar. Deze hagelbuien gaan soms met onweer gepaard en dat gebeurt op 4 tot 7 dagen per jaar. Ierland is dus onweersarm.

De meeste wind komt voor aan de west- en vooral aan de noordwestkust. Het zijn zelfs de winderigste plaatsen van Europa. Het oostelijke binnenland is voor Ierse begrippen iets rustiger. Zo staat er in het binnenland op slechts 2 dagen per jaar een windkracht 8 of hoger en aan de noordkust bij Malin Head is dit op 50 dagen per jaar.

De zwaarste storm die Ierland heeft getroffen staat op naam van 6 en 7 januari 1839. De storm ging met windkracht 12 over het hele land en 25 procent van de huizen in Dublin kreeg te maken met gebroken ruiten. Op 11 januari 1974 werd in Kilkeel een windstoot gemeten tot 198 kilometer per uur, de hoogste van het land ooit.

Opvallend is het aantal mistdagen in Ierland. In het zuiden (Cork) wordt op 99 dagen per jaar mist waargenomen. In het binnenland is dit op 30 tot 50 dagen en in het noorden op 12 dagen per jaar. In het zuidwesten komen opvallend weinig mistdagen voor met slechts 9 dagen per jaar in Valentia. Mist verschilt dus nogal per locatie.

Weerlinks:
Het klimaat van Schotland
Het klimaat van Wales
Het klimaat van Engeland
Het klimaat van IJsland

Foto's: Maarten van der Hoeven