Klimaat informatie over Engeland
Engeland maakt onderdeel uit van Groot-Brittannië dat verder bestaat uit Schotland, Wales en Noord-Ierland. Op deze pagina beschrijven we het klimaat van Engeland.
Inleiding
Wie aan Engeland denkt, denkt aan regen of mist. Hier heerst een zeeklimaat en door de overheersende zuidwestelijke winden wordt bijna voortdurend vochtige zeelucht aangevoerd. Engeland is regenachtig, mistig, maar heeft ook mooie zomers met palmstranden in het zuiden.
Geografie
Engeland is ongeveer drie keer zo groot als Nederland. Het grootste deel van het land bestaat uit laagland met heuvels. Vooral de oostkant en de omgeving van Londen is laaggelegen.
In het noorden ligt het Penninisch Gebergte met heuvels en bergen tot 640 meter hoogte. In het uiterste noorden tegen Schotland liggen de onherbergzame Cheviot Hills, afgesleten overblijfselen van oude vulkanen.
In het westen bevindt zich het Lake District met de hoogste bergtoppen van Engeland, zoals de Scafell Pike van 978 meter. In het zuidwesten van Engeland bestaat het landschap uit een bergkam met 621 meter als hoogste punt.
Het kustlandschap van Engeland is gevarieerd met kiezel-stranden, krijtrotsen en zandstranden. De grootste rivier is de Theems en deze is 336 kilometer lang. De meeste rivieren hebben een diepe bedding, zijn rijk aan water met weinig verval. Toch kan in regenachtige tijden een rivier behoorlijk overstromen.
Het tijdverschil aan de westkust is 13 tot 14 meter hoog. Aan de monding van de Theems is deze vijf meter hoog. Tot Engeland behoren ook de Kanaaleilanden Jersey, Guernsey, Alderney en Shark, het Isle of Man, het Isle of Wight, en de Isles of Scilly, waaronder St. Mary's.
Klimaat
In het algemeen is het in het westen natter dan in het oosten en in het noorden koeler dan in het zuiden. De winters zijn zacht en de zomers zijn vergelijkbaar met Nederland. In het zuiden van Engeland groeien palmbomen. Dit gebied staat bekend als de 'Cornish Rivièra'. De temperatuur schommelt gemiddeld tussen de 8,5 en 11 graden. Het warmste is het aan de kusten van Cornwall met in Penzance 11,3 graden.
Op veel plaatsen regent het op meer dan 200 dagen per jaar. Gemiddeld valt in Engeland 700 millimeter regen, minder dan in De Bilt. De neerslag hangt vooral samen met over of ten noorden van de Britse Eilanden passerende depressies. Deze veroorzaken ook de krachtige winden in vooral het westen en het noorden van Engeland. Door stuwing van de vochtige oceaanlucht tegen de heuvels en bergen, zijn de neerslaghoeveelheden het grootst langs de westkust en in het bergachtige noorden. In de hogere delen in het noorden en zuidwesten valt veel neerslag. In het Lake District valt 2000 millimeter per jaar.
Hier in Lake District schijnt de zon ook minder. In de bergen is het vaak bewolkt en schijnt de zon jaarlijks 1000 uur. Aan de kust schijnt de zon soms zo'n 1750 uur per jaar. Vooral Cornwall is zonnig.
Mist komt vrij vaak voor. In het industriegebied van Midden Engeland bijvoorbeeld op meer dan vijftig dagen per jaar. In de vorige eeuwen kwam vaak ernstige smog voor in de grote steden. Dit werd vooral veroorzaakt door het stoken van goedkope brandstof.
De zomer
Juli is de warmste maand van het jaar. Het zuiden en de omgeving van Londen zijn de warmste regio's, waar het gemiddeld ruim 21,5 graden is in juli. Elders is de invloed van de zee of de hoogte bepalend en is het enkele graden koeler. In het binnenland wordt het zelden warmer dan 30 graden.
Constant is de invloed van zee en oceaan merkbaar. Op mooie zomerdagen steekt afhankelijk van de omstandigheden een zeewind op. Hierdoor kan lokaal aan de kust afkoeling ontstaan. De hoogste temperatuur ooit werd gemeten op 10 augustus 2003, toen in Brogdale (Kent) de temperatuur steeg tot 38,5 graden.
De beste zomers komen voor aan de zuid- en zuidwestkust, waar de zonnig uitbundig schijnt. Het zonneschijnrecord staat echter op naam van Oost Engeland. In Eastbourne (Sussex) scheen in juli 1911 de zon 383,9 uur. In het zuidwesten vind je een gebied, met palmbomen en zandstranden. Dit deel van Devon wordt ook wel 'The English Rivièra' genoemd.
Onweren doet het in Engeland niet zo vaak. In Londen en Birmingham gebeurt dit op 15 dagen in het jaar en in het westen en noordwesten slechts op 8 dagen. Ter vergelijking: in De Bilt onweert het 30 dagen per jaar. Door de onweersbuien komt het maximum aan neerslaghoeveelheden in het binnenland in de zomer voor. Op 18 juli 1955 viel de grootste hoeveelheid ooit gemeten in Engeland. In Martinstown viel toen 279 millimeter in 24 uur.
Winter
In januari is het 's nachts in grote delen van het land zo'n 1 tot 2 graden boven nul en in het zuidwesten 4 graden. Overdag is het zo'n 5 tot 9 graden. De aanwezigheid van de zee zorgt ervoor dat aan de kust de laagste wintertemperaturen doorgaans aan het eind van februari worden gemeten. In het binnenland worden de laagste temperaturen al in januari bereikt.
Voor een echte koude nacht moet sprake zijn van stralingsvorst. Een sneeuwdek, een heldere hemel en de afwezigheid van wind zijn ideale omstandigheden voor extreem lage temperaturen. Op 10 januari 1982 daalde de thermometer onder dit soort omstandigheden tot -26,1 graden in Newport, waarmee de laagste temperatuur ooit in Engeland werd genoteerd.
Aan de kust zijn de minima minder extreem, met in Plymouth ooit eens een -8,8 graden. Hoge wintertemperaturen komen hier vaker voor. De warme zuidwestelijke wind kan dan in januari achter de heuvels een föhneffect veroorzaken en de temperatuur opstuwen tot 16 graden.
Terwijl in Engeland de neerslag in alle jaargetijden valt, is aan zuidkust een wintermaximum in de neerslaghoeveelheden terug te vinden. In Penance (Devon) valt in januari 132 millimeter. In het binnenland is dit beduidend minder. Sneeuw komt vooral voor in de heuvels en bergen. In het noorden sneeuwt het op 50 dagen, aan de zuidwestkust op 10 dagen. Zelden blijft de sneeuw liggen in de lagere delen van het land.
Met de aanwezigheid van depressies en zee is het verklaarbaar dat er ook veel wind staat. De meeste wind komt voor bij het passeren van een diepe depressie ten noorden of over Engeland. In Devon en Cornwall stormt het op 15 dagen in het jaar. In het binnenland van Engeland is dat op 5 dagen per jaar. Maar naarmate het terrein hoger ligt, neemt de windsnelheid toe. In de bergen zoals bij Great Dun Fekk stormt het op 114 dagen per jaar. De hoogste windstoot is gemeten op 15 december 1979. In Gwennap Head (Cornwall) registreerde de windmeter een windstoot tot 189 kilometer per uur.
Weerlinks:
Het klimaat van Wales
Het klimaat van Ierland
Het klimaat van Schotland
Het klimaat van Frankrijk
Foto's: Gerard Kos (bovenin), Jos Magdelyns (midden)