Diverse artikelen
In ons gematigd zeeklimaat levert die 'normale modus' milde winters op.
De herfst is al aardig op dreef, het begin van de astronomische winter komt zelfs al in zicht. Nakaarten over de afgelopen zomer lijkt dus mosterd na de maaltijd. Toch ga ik hierbij een poging wagen.
In het Nederlands is de betekenis van “sweet memories” eigenlijk “goede herinneringen”. Ik ga, vanwege de strekking van deze column voor een letterlijke vertaling. De weerspreuk “aprilletje zoet geeft wel eens een witte hoed” was namelijk een beetje weggezakt in ons collectieve geheugen. Vooral na de zomerse aprilmaand van 2007 rekenden we al op warme en zelfs zomerse dagen in de grasmaand. Gewend aan of verwend door het nieuwe normaal. Aan het eind van de 20e eeuw was de gemiddelde apriltemperatuur in De Bilt (berekend over 1961 tot en met 1990) 8,0 C. De huidige norm (gemiddelde van 1991 tot en met 2020) is 9,8 C.
Zijn maartse (en wellicht soms ook aprilse) buien de mooiste buien? Misschien wel. Eindeloze buientreinen uit het noordwesten leveren in deze periode van het jaar vaak fantastische plaatjes op, in verband met de vaak prachtige valstrepen van smeltende neerslag, korrelhagel, regen, natte sneeuw en soms onweer. En niet te vergeten de mooie lichtval. Dat geldt vlak aan de Noordzee, maar ook net iets verder het Europese continent op. Een verslag van een wandelmiddag in Mainz, of preciezer, bij Mainz en het net ten zuiden gelegen dorp Bodenheim. Hertjes, cumulonimbi, wijngaarden (oke, toegegeven, die zijn relatief saai in maart), regenbogen, met bijzonder fraaie belichting door de steeds lager staande zon. Misschien is onderstaande fotoreportage een goede reden om maart tot de buienmaand bij uitstek te verkiezen?
De uitdrukking komt uit de koloniale tijd. Uitgezondenen naar bijvoorbeeld Nederlands-Indië mochten ieder jaar dat zij daar werkten dubbel tellen voor hun pensioen en onderscheidingen [1]. De uitdrukking wordt nog wel gebruikt om aan te geven dat iemand een jaar achter de rug heeft dat wel erg zwaar was”.
Tijdens ons Lustrum in 2019 werden de auteurs van het nieuw verschenen cursusboek “Weer en Klimaat Basiscursus Meteorologie” gehuldigd door de voorzitter. Eindelijk - na een jaar lang gewerkt te hebben aan het lesboek door deze auteurs - werd het lesboek “Basiscursus weer en klimaat” aan de bezoekers van het Lustrum gepresenteerd. Er kon worden gestart met de Basiscursus Weer en Klimaat. Er waren veel leden die hadden aangegeven grote interesse te hebben in de nieuw ontwikkelde cursus.
Herfstkleuren en strijklicht kunnen een gouden duo vormen. De laagstaande zon, gloeiend in een zachte stand, met daarbij de tinten van het verkleurende blad: rood, geel,oranje, bruin of gewoon nog groen. ‘Indian Summer’ heet dit aan de overzijde van de Atlantische Oceaan. Dit jaar lijken we gezegend te zijn met een opgerekt herfstseizoen: bladverkleuring en -val lijken trager te verlopen. Vermoedelijk vooral dankzij het weer: weinig nachtvorst, weinig wind. Alhoewel het korten van de dagen, het hele proces van herfstverkleuring in gang zet, wordt het verloop ervan door meteorologische factoren gestuurd. Een enkele koude nacht of storm kan het geheel in een stroomversnelling brengen. Ook neerslagtekort kan een rol spelen; in de nasleep van het kurkdroge zomerseizoen vorig jaar stootten bomen al in augustus een deel van hun bruin gekeurde bladeren af.
In extreme gevallen kan er zelfs een dikke deken van mist het strand op rollen. In dit artikel kijken we naar hoe een zeewind kan ontstaan.
De “horrorwinter” lijkt zo zoetjesaan, als begrip, te zijn ingeburgerd. Ieder jaar is er wel een, al dan niet zelfverklaarde, deskundige die een ijselijke winter voorziet waarin het openbare leven langdurig wordt gehinderd of zelfs lamgelegd. Uitgaande van dit strenge criterium beleefden we al veertig jaar geleden een winter van dat kaliber. De winter van 1978 / 79 grossierde in uiteenlopende ijselijkheden als (zeer) strenge vorst, ijzel en sneeuwstormen. Daarna kwam dit hooguit incidenteel voor, niet meer grootschalig (met uitzondering misschien van de zware ijzel van maart 1987 in de noordelijke provincies).
Het is een begrip in de groenvoorziening ‘plas-dras’. Hiermee wordt een geleidelijke overgang bedoeld van droge walkant, via een licht afhellende oever naar een waterpartij. Je slaat hiermee meerdere vliegen in één klap. De veiligheid is ermee gediend: spelende kinderen vallen niet vanaf de kant direct in een diepe sloot. Er is ook een ecologisch aspect: de geleidelijke overgangen (‘gradiënten’) zorgen voor een gevarieerde flora en fauna. Bovendien hoeven kikkers en eendekuikens niet moeizaam tegen een harde walkant op te klauteren. Als extra voordeel geldt dat zo’n brede ‘natuurlijke oever’, als buffer kan worden gebruikt bij hoge waterstanden. Vergelijkbaar met de uiterwaarden en nevengeulen bij de grote rivieren.
Deze foto is gemaakt in Kesteren naar het noorden, een uur na zonsondergang.
Verslag van het oplaten van een weerballon op 22 november 2016 om 12.55 in Dülmen-Buldern, Duitsland.
Het begint met het idee dat je eens zou moeten nagaan of de inhoud van SkewT-diagrammen ook te meten is. Het SkewT-diagram geeft de vertikale structuur en dynamiek weer van de atmosfeer. Een belangrijk instrument voor het inschatten van de kans op convectieve weersverschijnselen.
De vlucht begon op dinsdag 22 november 2016 om 11.55 uur in Dülmen-Buldern en eindigde woensdag om 06.58 uur UTC in Litouwen, dit is ruim 19 uur vluchttijd. De metingen bestaan uit twee delen, het eerste deel van Dülmen-Buldern tot de Oostzee en het tweede deel de laatste 12 km in Litouwen.
Maandag avond 3 december 2018 op NPO 2 van 20.55 tot 21.50 uur een uitzending 'Wat een weer!' over het extreme weer in 2018. Bekijk de special Wat een weer! met Gerrit Hiemstra, Peter Kuipers Munneke, Willemijn Hoebert en Marco Verhoef.
Een opwarmend klimaat.
Op het moment van schrijven is het begin januari 2016. Terugblikkend op het vorige jaar-zie ook figuur temperatuuranomalie- word je haast overweldigd door de warmte. Het jaar 2015 was wereldwijd dan ook het warmste jaar ooit en in Europa het één-na- warmste, pal na 2014. Met name in december werd weergeschiedenis geschreven. In De Bilt lag het etmaalgemiddelde bijna 6 graden boven normaal.
Het zijn misschien wat geforceerde woordspelingen om een opmerkelijk verschijnsel te beschrijven. Over de opwarming van de Aarde wordt vaak in negatieve termen gedacht en gesproken. De weerslag van AGW is in de beleving van velen vooral een zweepslag. Toch zijn er ook mensen die hier kansen en mogelijkheden zien en willen grijpen. Van de weeromstuit reageren ze tegendraads en gooien de kont tegen de krib. Je zou het de keerzijde kunnen noemen van de medaille die klimaatverandering heet.
Judah Cohen is one of the world's leading scientists in winter forecast. In 1999 he and Entekhabi demonstrated a strong statistical relationship between Eurasian snow cover extent (SCE) anomalies in the fall and the Arctic Oscillation in winter, later on he found a strong correlation between Eurasian snow cover advance and winter AO. Nowadays he is Director of Seasonal Forecasting at AER and still publishing lot's of articles. Time for an interview.
Onlangs had ik een discussie op mijn werk over de opwarming van onze planeet. Volgens een collega was het "allemaal onzin", hij mailde me een site door. Dat bleek uitgesproken kilmaatsceptische artikelen te bevatten. Al scrollend werd ik om de oren geslagen met "feiten en fabels": lappen tekst, tabellen en grafieken. Het oogde allemaal heel gedegen en het maakte me toch onrustig.
Toen mijn moeder veertig werd kreeg ze klaarblijkelijk van mij een t-shirt met een enigszins scabreuze tekst. Bijna 30 jaar na dato wrijft zij mij dat nog geregeld aan. Zelf meen ik me te herinneren dat mijn vader dat kledingstuk cadeau had gedaan: "dat is toch meer iets voor hem!". Mijn moeder houdt voet bij stuk en ik beschouw het dan maar, achteraf, als een kleine, studentikoze misstap.
"De man is een jager", dat klinkt als snoeverige borrelpraat onder adolescente mannen, opgewekt door een mengsel van alcohol en testosteron. Hoe obligaat ook, deze opmerking (b)lijkt gefundeerd te zijn op een ingeprent, oeroud rollenpatroon. Wetenschappers hebben vastgesteld dat de man al ongeveer 2,4 miljoen jaar jager is. Dat is wat kort door de bocht geformuleerd en geïnterpreteerd. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat de voorouders van de huidige mens waarschijnlijk 2,4 miljoen jaar geleden zijn begonnen met jagen.
Katten, honden en andere beesten.
'It's raining cats and dogs', het ultieme voorbeeld van 'beestenweer'; deze uitdrukking vertalen wij als 'het regent pijpenstelen'. Dat is uiteraard een veel beeldender verschijnsel: zo'n wolkbreuk met van die langgerekte druppels als de stelen van zo'n ouderwetse Goudse pijp. Beestenweer wordt ook wel hondenweer genoemd. Zoek je op google naar uitdrukkingen, gezegden en spreekwoorden met dieren en weer als thema dan tref je inderdaad honden aan. Alleen lijken katten ruimer vertegenwoordigd. En allerlei andere dieren passeren de revue: in en om het huis, op het (boeren)erf, in de stal en in de vrije natuur.
Country-muziek en weer: twee zaken waar ik duidelijk voeling mee heb. Passie voor het weer heb ik al zo'n 35 jaar. Interesse in country-muziek is ontstaan tijdens mijn eerste vakantie in de Verenigde Staten, in 2005. Dat wordt gevoed iedere keer dat ik er terugkom, zoals dit jaar. Deze passie leeft dan weer op. Als ik de twee passies weet te combineren is het helemaal mooi. Dit jaar bood de Nederlandse inzending voor het Eurovisiesongfestival daartoe een uitgelezen kans. Mede door die titel: "Calm after the storm". Ik ben ook nog fan van dat rare festival (en fan van Ilse de Lange; heb al haar c.d.'s), dus deze kans om 'een brug te slaan' kan ik niet laten lopen. Vier vliegen in één klap, zou je kunnen zeggen.
Oftewijl: ‘hoe klinkt het weer?’. Nee, ik ga hier niet het forumtopic ‘het weer en muziek’ herkauwen. Alhoewel: één uitzondering wil ik hierop eerst even maken. Op het genoemde topic verwijs ik naar een Youtube-filmpje van het Sloveense koor ‘Perpetuum Jazzile’. Als intro van hun vertolking van het Toto-nummer ‘Africa’ imiteren de zangers en zangeressen op onovertroffen wijze een onweersbui. Echt een aanrader!
Er is een overeenkomst tussen de mode- en meteowereld; beide werken met modellen. En in beide werelden hebben de ‘ontwerpers’ de pretentie via deze modellen te kunnen bepalen wat wij de komende tijd zullen dragen. De meteo-modellen zijn alleen niet van vlees en bloed, maar digitaal en paraderen op de grootste catwalk in de geschiedenis van de mensheid: het World Wide Web. En langs die enorme ‘catwalk ’geven de meteo-fashionista’s volop commentaar. “Die Oper is een echte uitbijter”. “Kijk eens naar die pluim, naar GFS2806 op 168h, de warme/koude leden”. “De nieuwe run voorspelt niet veel goeds”. Vanaf laptop, i-phone en tablet. Het is jargon, onbegrijpelijke geheimtaal voor niet-ingewijden. Ook dat hebben meteo- en modewereld gemeen!
Nul-komma-nul. Nog nooit was er een winter waarin het Hellmanngetal (een maat voor de koudeproductie van een winter) te De Bilt na 5 februari nog op 0,0 stond (dit record staat/stond op naam van de roemruchte winter van 1975).
Een gearchiveerd artikel geschreven door Baltus Zwart (i.m.) over de gevoelstemperatuur tijdens de Elfstedentocht van 1997.
Tussen 7 en 14 december 2007 waren alle ogen van de wereld gericht op een klein eiland in de Indonesische archipel. Daar vond namelijk de jaarlijkse klimaatconferentie van de Verenigde Naties plaats. Tussen 12 en 14 december werd het hoogtepunt van de conferentie bereikt.
Een Duits team van twee stormchasers reisde tussen 11 mei en 1 juni 2007 door de Verenigde Staten op jacht naar tornado's. Het ging om Herman Harperink en Ansgar Berling, beiden lid van de Duitse weervereniging Skywarn Deutschland.
Een Nederlands/Duits team van drie stormchasers reisde tussen 5 mei en 26 mei 2006 door de Verenigde Staten op jacht naar tornado's. Het ging om Herman Harperink, Ansgar Berling en Sven Lüke, allen lid van de Duitse weervereniging Skywarn Deutschland.
In Weerspiegel verschijnen regelmatig artikelen over het doen van metingen, ontdekkingen en ervaringen van weeramateurs. Hier een selectie.
In Weerspiegel verschijnen regelmatig artikelen die met het klimaat te maken hebben. Hier een selectie.
In Weerspiegel verschijnen incidenteel onder de rubrieksnaam Weerwerk artikelen die ingaan op het weer in combinatie met kunst.
"Hallo, spreek ik met het KNMI? Ik zit bij een sportwedstrijd op een terras en er komt een bui aanzetten. Kunt u even op de radar kijken of het lang gaat regenen en of nog meer buien komen?" Zo maar een vraag die binnenkomt bij de persvoorlichting van het KNMI. Harry Geurts en Monique Somers vertegenwoordigen het gezicht van het KNMI. Samen zijn ze op werkdagen paraat als vraagbaak van het KNMI, buiten kantooruren staan zij altijd klaar voor de pers.
Voor veel soorten weer is er een rubriek in de Weerspiegel. Toch zijn er die bijzondere weersverschijnselen die niet makkelijk ergens onder te brengen zijn, maar zo bijzonder of interessant zijn om toch een verhaal aan te wijden. Denk daarbij aan een zware storm; een langdurige droogteperiode of juist een dag met heel veel regen. Of mist waarbij je geen hand voor ogen ziet. Centimeters dikke rijp. En natuurlijk ijzige vorstnachten en bloedhete zomerdagen. Zo af en toe komen ze voor. Niet heel vaak, dat maakt het juist zo bijzonder. Als ze bijzonder genoeg zijn, komt er een artikel over in de Weerspiegel.