01-06-2013 Koudste lente in ruim veertig jaar.
De zeer koude lente van 2013 is te vergelijken met die van 1970. In De Bilt was de gemiddelde temperatuur 7,4 graden tegen 9,5 graden normaal. De drie lentemaanden, maart, april en mei waren alle te koud, maar het grootst was de afwijking in de maand maart, die bijna vier graden kouder was dan normaal (gemiddeld over 1981-2010).
Een snijdend koude oostenwind voerde op de meeste dagen van maart koude lucht aan, die uit koud en besneeuwd Rusland kwam.. Deze stroming ontstond door een hardnekkig hogedrukgebied dat de gebruikelijke westelijke stroming blokkeerde. Op 13 maart vroor het op veel plaatsen in ons land zelfs nog streng (minimumtemperatuur tussen -10,0 en -15,0 graden). Dit komt zo laat in het seizoen weinig voor. De laagste temperatuur van de lente werd die dag gemeten in het Limburgse Ell: -13,3 graden.
Pas rond het midden van april diende de lente zich aan. Op de 14e werd in De Bilt voor het eerst na de winter de grens van 20,0 graden bereikt (‘warme dag’). April eindigde echter zoals hij begonnen was, met koud weer.
Recordlate sneeuw
Juist tijdens de meivakantie beleefden we de enige, wat langere voorjaarsperiode met fraai en vrij warm weer. Op veel plaatsen in ons land werden tussen 6 en 8 mei drie warme dagen genoteerd met temperaturen van ruim boven de 20 graden. Vanaf 11 mei lag de temperatuur ruim twee weken onder de normale waarde en was het soms zeer koud.
Op 23 mei bereikte de maximumtemperatuur een dieptepunt. Het werd in De Bilt slechts 10,4 graden. De afgelopen dertig jaar is het zo laat in mei niet zo koud geweest. Bovendien werd die dag op enkele KNMI-weerstations natte sneeuw waargenomen. Dat is heel uitzonderlijk zo laat in de lente. Tot voor kort was 17 mei (1935) de laatste datum waarop op een KNMI-station nog sneeuw is waargenomen.
Alle vijf maanden van 2013 zijn tot nu toe kouder verlopen dan normaal. In 2010 kwam voor het laatst ook een periode voor met vijf koude maanden op rij. Het koude karakter van de lente komt ook tot uiting in het aantal vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 graden). De lente van 2013 telde in De Bilt 28 vorstdagen tegen twaalf normaal.
Elders in West-Europa was de lente ook koud. Mei was in Oost-Europa juist zeer warm voor de tijd van het jaar. Dit kwam door subtiele verschillen in de ligging van de weersystemen ten opzichte van eerder deze lente.
Zon liet het in mei afweten
De lente was gemiddeld over het land met circa 495 zonuren tegen 517 uren normaal aan de sombere kant. In het Waddengebied was de zon het meest te zien, lokaal ca. 605 uren. Op de Veluwe werden het minste aantal uren zon geregistreerd. Deelen kwam niet verder dan ca. 430 uren. In maart en april week het aantal uren zonneschijn niet veel af van de normale waarden.
Mei is gemiddeld de zonnigste maand van het jaar, maar uitgerekend dit jaar liet de zon het in mei vaak afweten. Vooral rond het midden van de maand was het somber. De tweede decade (dag 11 tot en met 20) verliep in De Bilt sinds 1901 niet eerder zo somber. De zon scheen slechts 22 uren tegen 69 normaal.
Met gemiddeld over het land ca. 130 mm neerslag tegen 172 mm normaal, was de lente ook droog. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door maart en april. Dit waren droge maanden met landelijk gemiddeld 33 mm en 24 mm neerslag tegen respectievelijk 68 en 44 mm normaal. Mei was juist vrij nat met 72 mm tegen 61 mm normaal. De regionale verschillen in hoeveelheid neerslag waren niet groot. De meeste neerslag viel in delen van Zuid- en Noord-Holland, waar vooral tijdens Pinksteren fikse buien vielen. Schiphol was het natste KNMI-station met ca. 171 mm. Het noordwestelijk kustgebied was het droogst met in De Kooy slechts 74 mm
Bron. KNMI