Klimaat informatie over Iran

Inleiding
Iran is een ruig land. Zowel het landschap als het klimaat zijn hard. Droogte, hitte, koude en ook het bergachtige landschap zorgen voor lastige levensomstandigheden. Het Iranese klimaat wordt gekenmerkt door grote temperatuurverschillen in de diverse seizoenen en tussen het noorden en het zuiden van het land.

De zuidkust is vanwege de vochtigheid en hitte een van de minst prettigste plaatsen op de wereld om te leven. De kust bij de Kaspische Zee is subtropisch. Iran wordt geteisterd door overstromingen, droogte en zand- en stofstormen.

Geografie
Kaart IranIran ligt op een hoogvlakte met een gemiddelde hoogte van 1100 meter boven de zeespiegel. Het land kent hoge bergketens met actieve vulkanen. In het midden van het land is een centraal woestijnplateau. Aan alle kanten van dit plateau zijn bergketens.

In het noorden ligt het Elbursgebergte. Aan de Kaspische Zee is het laag met een diepte van 28 meter onder zeespiegel. Het landschap maakt hier een snelle stijging; 16 kilometer naar het zuiden liggen bergtoppen tot 3000 meter hoogte. De hoogste bergtop in deze keten is Damavand met 5671 meter. Het is tevens het hoogste punt van Iran.

In het noordwesten ligt Azerbeidzjan een bergachtig gebied met Orumlyeh, een ondiep zoutmeer op 1300 meter hoogte, waar je net als in de Dode Zee blijft drijven. Rotsmassa's en diepe dalen wisselen hier elkaar af.

In het westen en zuiden rijst het Zagrosgebergte op. Sommige bergen zijn hoger dan vier kilometer. Een klein deel van Iran ligt in het Mesopotamische laagvlakte tegen Irak aan.Dat gebied is juist vlak. Tenslotte komen in het oosten van Iran bergen voor tot vier kilometer hoogte. Vooral het vulkanisch gebergte op het drielandenpunt met Afghanistan en Pakistan is hoog.

Iran is een ruig land. Bergen, woestijnen, vulkanen en aardbevingen maken het de 66 miljoen inwoners niet makkelijker op. Het klimaat kent ook al extremen. Het land is 48 maal groter dan Nederland.

Klimaat
Iran kent een woestijn en een bergklimaat. In het zuiden heerst een steppeklimaat. Doorgaans is het droog en alleen langs de Kaspische Zee is het suptropisch. Het Iranese klimaat kent grote temperatuurverschillen in de verschillende seizoenen.

De winters zijn koud en alleen bij de Perzische Golf valt de temperatuur mee. In de bergachtige gebieden zijn de winters streng en op sommige plaatsen maakt uitgebreide sneeuwval de wegen maandenlang onbegaanbaar. De zomers zijn zeer heet. Daarbij zijn temperaturen tot boven de 40 graden geen uitzondering.

Azerbeidzjan
In de bergen van het noordwesten in Azerbeidzjan is het 's winters bitter koud. Tabriz op 1367 meter hoogte is de koudste stad van Iran. In januari vriest het hier 's nachts gemiddeld -6.6 graden. Overdag komt de temperatuur nauwelijks boven nul en de sneeuw blijft hier weken liggen. Azerbeidzjan hoort daarmee bij een koud gebied in deze regio. Ook gebieden van Turkije beleven 's winters koude tijden.

Elbursgebergte
De Elbursgebergte ten noorden van Teheran is meteorologisch een interessante bergrug. De hoge bergen en de aanwezigheid van de Kaspische Zee met stroken land die onder zeespiegel liggen geven weersomstandigheden die elders in Iran niet voorkomen. In het kustgebied tussen de Kaspische Zee en het Elbursgebergte valt veel regen. In Rasht valt zelfs 1400 millimeter per jaar en dat terwijl elders in Iran de neerslagsommen variëren tussen de 100 en 470 millimeter.

Aan de kust van de warme en vochtige Kaspische Zee regent het op 100 dagen in het jaar. Als het niet regent is het mistig of bewolkt. De temperaturen variëren van 7 graden in de winter, tot 26 graden in de zomer, de luchtvochtigheid is hoog. In de zomer is het er minder heet dan in de rest van het land, vandaar dat langs de kust veel populaire badplaatsen zijn ontstaan.

Aan de andere kant van deze bergketen is het droger. De bergen "beschermen" het land tegen de wolken en regen uit de Kaspische Zee. In Teheran valt jaarlijks 230 millimeter. Het is hier een stuk warmer dan ten noorden van het Elbursgebergte. Soms stijgt in deze hoofdstad de temperatuur tot 40 graden. De regen valt vooral in het winterhalfjaar.

Zagrosgebergte in het zuidwesten
In het Zuidwesten loopt het Zagrosgebergte. In de winter ligt hier sneeuw boven de 900 tot 1200 meter hoogte. Des te meer naar het zuiden, des te hoger de sneeuwgrens ligt. Hier zijn de neerslagverschillen lokaal groot. Op de noordelijke hellingen van de bergen valt jaarlijks 1000 millimeter neerslag en op de zuidelijke hellingen is dat de helft.
Op een enkele plaats in deze bergrug valt meer dan 1500 millimeter per jaar.

Soms kan de koude lucht ver doordringen. In februari 1969 werd het in dit berggebied -33 graden. In februari 1972 werd een recordtemperatuur van -36,4 graden opgetekend in de plaatsen Saqqez en Bijar. In de zomer kan op 1800 meter hoogte het ook warm worden. In Kermanshah werd het zelfs 41,5 graden.

De kust in het zuiden
In het zuidoostelijke deel van Iran valt zelden regen. Er gaan jaren voorbij met nauwelijk een druppel regen. Dit gebied sluit aan bij de droogte in Afghanistan en Pakistan. Toch kan ineens een flinke hoeveelheid vallen. Dezelfde uitschieters maakt de temperatuur. De bergen zijn in december en januari met sneeuw bedekt. Maar 's zomers loopt de temperatuur gemakkelijk op naar 40 graden. In Khuzistan is het al een 54,5 graden geweest.

De combinatie van de hoge temperaturen en vochtigheidsgraad maken de kust van de Perzische Golf en de Arabische Zee tot een van de onplezierigste plaatsen van de wereld. De laagvlakte bij Ahvaz is daarop een uitzondering.

Aan de kust van de Perzische Golf waait de Nashi-wind. De wind is vergelijkbaar met de Bora die in Kroatië en Noord Italië voorkomt. Het is een koele wind uit het hoger gelegen Iraans plateau die krachtig is en frequent eventjes wegvalt. De wind duurt doorgaans drie tot vijf dagen en komt het meeste voor in de winter. Het is een wind die samengaat met regen, bewolking en mist. Tijdens het waaien van de Nashi ligt een hogedrukgebied boven het binnenland van Iran en wordt koude lucht naar de kust gevoerd.

 

Het oosten
Het zuidoosten is droog. Ook de luchtvochtigheid is met uitzondering van de kust vrij laag. Temperaturen kunnen hier behoorlijk oplopen en 50 graden is mogelijk. Hetzelfde gebeurt in het aangrenzende Pakistan. De oostgrens heeft wel veel wind.

Het oosten van Iran kent van juni tot september hete winden. Deze noordwestelijke winden waaien tussen twee bergruggen door. Die bereiken een windsnelheid van 160 kilometer per uur. De winden staan bekend onder de naam "120-dagen wind" of Seistan, een naam die ook in het westen van Afghanistan wordt gebruikt. De wind wordt niet alleen veroorzaakt door de vorm van het landschap, maar ook door de invloed van de zuidwestmoesson in Azië. Het is een droge en stoffige wind. In de winter komen ook sterke winden voor en de krachtigste wind die is gemeten, had een snelheid van 190 kilometer per uur.

Meer naar het noorden is het allemaal minder extremer. In Mashhed komen temperaturen van 40 graden voor, maar hoger niet. De winters zijn koud en de allerlaagste temperatuur in Mashhed is -24 graden geweest. In dit gebied staan veel boom- en wijngaarden.

Het binnenland
Het binnenland is een landschap met een steenachtige bodem. De neerslag die valt, bedraagt niet meer dan 150 millimeter per jaar. De zomertemperaturen zijn hoog en in de winter komt lichte tot matige vorst voor. De plaats Kerman valt in vergelijking met de andere plaatsen niet op. Wel is de vochtigheid hier vrij laag. Zomers gemiddeld onder de 20 procent.

Kerman is met een jaarlijkse relatieve vochtigheid van 32 procent een van de droogste plaatsen van de regio. Stofstormen komen vaak in deze regio voor. Het zijn stofverplaatsingen die samenhangen met het passeren van een zeldzaam front. Dit gebeurt een aantal keer per jaar. Het stof wordt opgetild tot 1500 meter hoogte.



Weerlinks:
Het klimaat van Afghanistan
Het klimaat van Pakistan
Het klimaat van Turkije
Het klimaat van Irak

Het klimaat van Koeweit
Het klimaat van Saudi Arabie


Deze pagina is tot stand gekomen met behulp van het artikel "Het klimaat van Iran" uit Weerspiegel 1, januari 1980 van Paul Dekkers.

06-03-2013 | Klimaat_Azie | 481
© 2024 Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie