Klimaat informatie over Noord-China

Tot het noorden van China rekenen we de provincies Shandong, Hebei, Shanxi, Shaanxi, Ningxia, Binnen-Mongolië, Beijing, Liaoning, Jilin en Heilongjinang. In het gebied zijn veel woestijnen.

Geografie
Het gebied bestaat uit een hoogvlakte van 1000-2000 meter met weinig niveauverschillen. Hier en daar is een bergtop van boven de 2500 meter, maar van hooggebergte is geen sprake. Een groot deel van het gebied is woestijn, waarbij de Ala-Shanwoestijn de opvallendste is. Rond de Gele Zee is sprake van een laagvlakte, waar veel inwoners huisvestiging hebben. Het noordwesten van China kent enig reliëf met aan de grens van Noord Korea een bergtop tot 2700 meter hoogte. Het uiterste noordwesten is moerasachtig.

ChinaEen grote rivier is de Huang He of Gele Rivier (4845 km). De rivier is berucht om zijn overstromingen, die grotendeels worden veroorzaakt door de grootschalige ontbossing in het binnenland.

Het gebied heeft veel rivieren die 's winters dichtvriezen. De noordelijke rivieren bereiken afhankelijk van de seizoenen grote verschillen in hun waterstand. In de zomer zwellen de rivieren enorm aan en in de winter blijft er niet veel meer over dan een kleine stroompje.

Land- en woestijnklimaat
Het klimaat in China valt uiteen in twee periodes. In de winter ligt boven Oost-Siberië een hogedrukgebied van rond de 1035 hPa. China is onder invloed van een zwakke noordelijke luchtstroming. In juli nestelt zich een lagedrukgebied van 1000 hPa boven het midden van China (Sichuan). Boven Noord-China ontstaat een zuidoostelijke tot oostelijke luchtstroming.

In het noorden van China varieert de gemiddelde jaartemperatuur van -1,6 graden in de heuvels bij Hailar tot rond de 14 graden in de laagvlakte bij Jinan. Aan de grens met Mongolië is het droog met jaarlijks 140 millimeter. In de zuidelijke laagvlakte valt jaarlijks 700 millimeter regen. Met jaarlijks 2600 tot 3200 uur zon is het gebied een van de zonnigere plaatsen in de wereld.

De winter
In de winter is Noord China onder invloed van een koude luchtstroom afkomstig uit Oost-Siberië. Hier in Siberië daalt de temperatuur dan tot -50 graden en deze kou is ook merkbaar in China. De winters zijn daardoor in het noorden lang en koud. In januari vriest het bij Hailar -31 graden (Hailar ligt op dezelfde breedtegraad als Parijs). In de woestijn langs de grens met Mongolië vriest het -15 graden en in de laagvlakte ten zuiden van Beijing blijft de temperatuur rond het vriespunt hangen.

ChinaDe noordelijke grensrivier Amur met Rusland is ongeveer de helft van het jaar bevroren. De plaats Mohe aan deze rivier is de koudste plaats van China en wordt daarom ook wel de 'Chinese Noordpool' genoemd. Ook hier zijn temperaturen tot -50° Celsius mogelijk. Het zeewater van de Straat van Bo Hai in het noorden van de Gele Zee is in februari 0 graden.

Overdag is het in het noordoosten van China met een gemiddeld maximum van -20 graden niet veel warmer. In de woestijn is het overdag in januari iets warmer met een temperatuur rond het vriespunt. Op de laagvlakte ten zuiden van Beijing is het zo'n +5 graden. In de winter is het kurkdroog in het gebied en schijnt de zon volop. Door de nabijheid van het hogedrukgebied wordt alle neerslagactiviteit onderdrukt.

De zomer
In de zomer is het warm in Noord-China. Een zuidoostelijke tot oostelijke stroming voert warme oceaanlucht aan. In het noorden is het gemiddeld 26 graden. In de bergen uiteraard iets lager. In de laagvlakte is het gemiddeld 32 graden. Daar zijn temperaturen tot boven de 40 graden goed mogelijk. 's Nachts is het in de laagvlakte ten zuiden van Beijing rond de 23 graden. In het noorden bij de Russische grens koelt het af tot 14 graden. In de Ala-shanwoestijn blijven extreme temperaturen achterwege. Hooguit dat het een keer 37 graden wordt, maar warmer niet. Reden is dat het gebied op een hoogte van 1100 meter ligt. Het zeewater van de Straat van Bo Hai in het noorden van de Gele Zee is in augustus 24 graden.

Juli en augustus zijn twee natte maanden met in Jinan rond de 200 millimeter neerslag. Ook in Beijing valt dan zo'n 180 millimeter. De natte periode is terug te vinden tot ver in Noord-China. In de Ala-shanwoestijn valt zo'n 40 tot 50 millimeter.

StofstormStofstormen
In het voorjaar als de bevroren ondergrond van Noord-China en Mongolië ontdooit ontstaan flinke zand- en stofstormen. Over duizenden kilometers afstand vervoert een krachtige wind de zand- en stofdeeltjes. De stofstormen zorgen ervoor dat het zicht daalt tot soms enkele tientallen meters of soms nog minder.

De lucht wordt geel of soms zwart en buiten is het bijzonder onaangenaam. Inwoners van vooral de grote steden lopen tijdens deze dagen met mondkapjes op. De stofstormen zijn soms zo krachtig dat ze Korea en Japan bereiken. Jaarlijks heeft China met 13 stofstormen te maken. De stofstormen treden vooral op in maart en april.



Weerlinks:

Het klimaat van Zuid China
Het klimaat van West China
Het klimaat van Mongolië 

Het klimaat van Oost-Siberië

Foto's boven: Anouchka de Beer

06-03-2013 | Klimaat_Azie | 476
© 2024 Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie