Een hete vakantie in 1976

Door C. Niesse

 

Zaterdag, 19 juni 1976 was de eerste dag van mijn vakantie. Met echtgenote en dochter gingen ik veertien dagen naar Petten. Het vakantiehuisje lag precies tegenover het bos en de duinen.

 

Wij vertrokken uit Amsterdam met slecht weer, het regende en het was vrij koel. Bij aankomst op het vakantieadres regende het nog. De lucht zat vol donkere wolken en met vlagen kwam de regen op ons neer. 's Avonds was het zo bar en boos, dat het dak begon te lekken. De eigenaar is toen nog gekleed in een regenpak het dak opgegaan en wist het lek te dichten. De volgende morgen regende het nog. We besloten weer naar Amsterdam te rijden om wat warmere kleding en spelletjes op te halen.

 

Toen we later in de middag terug waren in Petten, was het weer een stuk vriendelijker geworden, wel koel maar zonnig. Dus gauw naar het strand en een flinke wandeling maken. De volgende morgen scheen de zon volop en was er geen wolkje te bekennen. De temperatuur was ook meteen aangenaam. Het weer werd steeds beter, zelfs flink warm. De hele dag kon je in zwemkleding lopen. Bij Sint Maartenszee zwommen we voor 2 gulden per persoon in een ter plaatse gelegen zwembad. Een pilsje kostte toen 1 gulden en een portie patat met kip 6 gulden. Een belevenis was het kijken naar de ondergaande zon, die scherp afstak tegen de mistbanken op zee.

 

Er kwam geen einde aan het mooie weer. Vroeg in de morgen was het al behoorlijk warm. Op zaterdag de 26e was het in de zon niet meer uit te houden, temeer omdat er ook geen wind was. De temperatuur was inmiddels tropisch geworden. Velen hadden het er te kwaad mee. Op het strand was het beter uit te houden door een verkoelende zeewind. Op de 28e was de wind uit het noorden gaan waaien, met het gevolg dat de hemel strakblauw werd en de mistbanken boven de zee waren verdwenen. De temperatuur was aangenamer geworden door de krachtige noordenwind. Het uitzicht was enorm, de kustlijn naar het noorden was zeer duidelijk te zien.

 

Omdat ik interesse kreeg voor het weer ben ik mijn waarnemingen gaan noteren. Om meer te weten te komen over het weer schafte ik mij het boek wolken weer en winden van Prof. van Everdingen aan. Uit dat boek kon je van alles leren, zoals de namen van de wolken, hoge- en lagedruk, oorzaak noordwesten buien en onweer enz. In de krant las ik dat door de aanhoudende droogte en de warmte tientallen brandweerkorpsen in actie moesten komen om een groot aantal bos- en heidebranden te blussen. Op 1 juli werd het iets warmer.

 

Op de markt in Schagen kocht ik een half pond paling voor 5 gulden. Ook begon op deze dag de massale vakantie-uittocht. De bouwvakkers kregen dit jaar voor het eerst drie weken vakantie. Ook de drinkwatervoorziening kwam in gevaar. Hier en daar was zelfs een sproeiverbod. De tweede juli was het weer ontzettend heet. De wind was zwakker geworden en kwam uit het oosten. 's Middags was het te heet om wat te doen. Iedereen snakte naar wat koeler weer en naar regen, vooral de boeren. In de krant stond dat de huidige droogte in Europa het gevolg was van veranderingen aan de Noordpool. De koers van de regendepressies was daardoor boven de Oceaan veranderd. Op de 3e juli zijn we weer naar huis vertrokken, maar het bleef zeer warm. Pas op de 14e juli vielen na een langdurige droogte enkele regenbuien en werd het wat koeler.

02-03-2013 | WS_Vrij_HetVerhaal | 410
© 2024 Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie