De weerhut
In 1990 kwam ik na een bui aan bij een "buurweeramateur" woonachtig in een studentenflat in Zeist. Deze buurweeramateur, laten we hem Eric noemen deed alsof hij van slag was. Wat was er gebeurd? De onweersbui die kort voor mijn aankomst overgetrokken was, had zijn weerhut weggewaaid en daarbij was zijn thermometer gesneuveld. Toen ik voor nadere inspectie het balkon opliep, wees hij me de ravage aan. Het betrof een kartonnen doos met kapotte thermometer die in een hoek lag......
Dit keer gaan we het hebben over de weerhut. U ziet het, met eenvoudige middelen als een kartonnen doos meten we tegenwoordig temperaturen. Natuurlijk was de methode van Eric ongebruikelijk en niet bedoeld als serieuze inzending voor het maandoverzicht, maar illustrerend aan bovenstaande anekdote is wel dat door een beetje creatief te zijn je voor jezelf al eenvoudige waarnemingen kunt verrichten. In de jaren zeventig waren er ook weeramateurs die gewoon hun thermometers onder een boom hadden hangen.
De weerhut
Wanneer we temperatuurmetingen gaan verrichten moeten we aan een aantal eisen voldoen.
Ten eerste mag een thermometer nooit een seconde in aanraking komen met de zon. De temperatuur zou spontaan 10 graden stijgen.
Ten tweede is het belangrijk dat het een beetje tocht rond de thermometer. We proberen immers de temperatuur te meten in de heersende luchtstroom.
Ten derde mag de thermometer niet nat worden. Verdamping van water op de thermometer onttrekt namelijk warmte aan de thermometer en de meting benadert dan de zogenaamde natteboltemperatuur. De aanwijzing is dan te laag. Tegengestelde eisen dus voor de opstelling van een thermometer. Het moet zowel open als dicht tegelijk zijn. De oplossing is de weerhut.
Om zo'n hut te bouwen zijn door de werkgroep bouwtekeningen beschikbaar gestel; deze kunt u bij de VWK aanvragen. Verder zijn in de literatuur weerhutten afgebeeld. Ik wil noemen "Kijk op het weer" van Harry Geurts, een fantastisch boek voor de beginnende weeramateur. U hoeft helemaal niet precies deze maten aan te houden. U kunt ook gewoon een hokkie in elkaar timmeren dat niet lekt, waar geen zon in schijnt, waar het in waait en dat een beetje op een weerhut lijkt. Mocht u voor langer termijn deze hobby willen beoefenen, dan kan er te zijner tijd op u gemak een serieuzere weerhut gefabriceerd worden. Nogmaals we zijn momenteel bezig de eerste stappen van een weeramateur te beschrijven. Boor wel een paar convectiegaten in de bodem. Hierdoor meet u ook betrouwbaar op warme dagen. Lukt het zelf timmeren niet probeer het eens bij een kennis.
De locatie
Wanneer uw nieuwe weerhut uit het laboratorium komt, moeten we dit wit geschilderde bouwsel op een locatie plaatsen die enerzijds gunstig gesitueerd is t.o.v. overige huisbewoners en anderzijds weerkundig verantwoord is. Plaatst u hem tegen een schutting, houd dan rekening dat de schutting warm wordt in de loop van de middag. Plaatst u de weerhut onder een boom, reken dan op hoge minima in het voorjaar (Vijf graden afwijking.). Het is nu de kunst een gunstige situatie uit te zoeken. Houd verder wel rekening met vandalisme. Zo is in het verleden wel eens een weerhut beschoten, geplunderd of van de achtertuin naar de voortuin verplaatst.
Het interieur van de weerhut
In de weerhut dient u verder alleen het hoogst noodzakelijke te installeren. Uiteraard moet er plaats zijn voor de thermometer, maar ook voor een eventuele hygrometer. Indien u van plan bent om deze hobby uit te bouwen, dan kunt u nu ook al ruimte reserveren voor schrijvende meters. Een thermograaf of iets dergelijks. Zelf had ik in mijn weerhut ‘s winters ook nog een sneeuwliniaal liggen. In de wintermaanden treedt er nog een ander probleem op. Het is donker en dat is ook zo in uw weerhut. Werken met een zaklamp gaat natuurlijk altijd, maar na enige tijd gaat het lampje niet goed werken en staat u in het donker bij kou en regen voor uw weerhut een poging te doen een thermometer af te lezen. Beter is het om vaste verlichting aan te brengen. Natuurlijk kunt u een 60 watt / 230 Volt lamp aanleggen via een stroomaftakking vanuit uw schuur, maar dit heeft als nadeel dat de hele weerhut door zo’n lamp kan worden opgewarmd, de kabel vroeg of laat doorspit wordt en dat de hele buurt in de verlichting staat als u uw thermometer afleest. Zelf had ik een zes Volt fietslichtje op een transformator aangesloten. Bovendien gebruikte ik deze zwakstroomvoedingsdraad voor de alarmering.