Zoete herinneringen
In het Nederlands is de betekenis van “sweet memories” eigenlijk “goede herinneringen”. Ik ga, vanwege de strekking van deze column voor een letterlijke vertaling. De weerspreuk “aprilletje zoet geeft wel eens een witte hoed” was namelijk een beetje weggezakt in ons collectieve geheugen. Vooral na de zomerse aprilmaand van 2007 rekenden we al op warme en zelfs zomerse dagen in de grasmaand. Gewend aan of verwend door het nieuwe normaal. Aan het eind van de 20e eeuw was de gemiddelde apriltemperatuur in De Bilt (berekend over 1961 tot en met 1990) 8,0 C. De huidige norm (gemiddelde van 1991 tot en met 2020) is 9,8 C.
Dit jaar werden we in eerste instantie nog volgens het ‘nieuwe klimaat’ op onze wenken bediend: bijna 20 C in februari (pal na een winterse week) en lokaal al 25 plussers op 31 maart. Resulterend in een nieuw landelijk maximumrecord voor de derde maand van het jaar. April tapte vrijwel direct uit een heel ander vaatje. Hardnekkige noordenwinden voerden voortdurend maritiem arctische lucht aan. Dit resulteerde in winterse buien en zelfs sneeuwdekdagen, nachtvorsten en lage maxima. Tijdens die winterse buien daalde het kwik soms tot onder het vriespunt, zelfs midden op de dag. Dat deed denken aan het oude klimaat. Ik kreeg op sommige dagen een ‘11-april-1978-déja-vugevoel’.
We kunnen nu de balans opmaken om april 2021 in het ‘juiste’ perspectief te plaatsen. Eelde registreerde maar liefst 18 vorstdagen, een verbetering van het oude aprilrecord (uit 1954) met vier dagen. In Vaals werd, aan het begin van de maand, het dikste sneeuwdek gemeten: 15 centimeter. De Bilt bleef steken op acht vorstdagen, zeven maal werden minima net boven nul gemeten. Bij iets gunstiger (uit)stralingscondities had het KNMI zomaar twee keer zoveel vorstdagen kunnen registeren. De gemiddelde etmaaltemperatuur kwam in De Bilt uit op 6,7 C, “zeer koud” volgens de huidige en “koud” volgens de oude 20e- eeuwse norm. Daarmee werd april 2021 de koudste in 35 jaar, maar viel nog wel buiten de top tien. Bovenaan staat april 1917 met een gemiddelde van 4,6 C.
April 2021 heeft ook geschiedenis geschreven, omdat de voorgaande maanden maart en februari dit op een tegengestelde manier deden. Het hoogste aprilmaximum in De Bilt, 17,8 C, was helemaal niet laag, maar wel lager dan in maart (23,8 C) én februari (18,7 C). Dat is een volstrekt unieke situatie. Die hoogste maxima van zowel februari als maart benaderden bovendien de respectievelijke maandrecords tot op 0,1 en 0,2 graad. Verder kwam het kwik in april in De Bilt slechts vier maal boven de 15 C, maar er zijn vast meerdere grasmaanden waarin dit helemaal niet is gelukt. In februari 2021 werd het in De Bilt op maar liefst zes dagen warmer dan 15 graden (op rij ook nog eens). Dit laatste was goed voor een nieuw maand- en winterrecord.
Zo’n maand als april 2021, met een negatieve afwijking van (ruim) drie graden, lijkt niet meer te passen in het huidige klimaatregime. Het bewijst eens te meer dat ons klimaat grillig is: “april doet wat ‘ie wil”.
Dick Bravenboer.