Kustfront

In het koude seizoen ontwikkelen zich in koude, onstabiele lucht boven het warme zeewater buien. Deze buien formeren zich onder bepaalde omstandigheden in een buienlijn. In principe blijft deze buienlijn voor de kust op zee liggen en zorgt deze voor slecht weer.

Toch kan onder omstandigheden een dergelijke buienlijn landinwaarts komen. Vaak gestuurd door een grootschalig weersysteem. Deze buienlijn zorgt dan voor krachtige buien die vaak urenlang op dezelfde plaats blijven hangen.

Zo kan het de eerste kilometers landinwaarts stevig doorregenen, terwijl het elders in Nederland droog en veelal helder weer is. Wanneer een dergelijke buienlijn is gepasseerd blijkt de wind te zijn gedraaid en is de temperatuur gestegen. Deze buienlijn heeft dus fronteigenschappen gekregen. Men noemt zoiets dan een kustfront.

Er zijn meerdere types kustfronten die ontstaan afhankelijk van de wind en de locatie

De wind dient namelijk of loodrecht op de kust of evenwijdig aan de kust te zijn.

• Bij een noordelijke wind komt het kustfront uitsluitend voor langs de kust met de Waddeneilanden.

• Bij een noordwestelijke wind komt het kustfront voor langs de hele Hollandse westkust.

• Bij een zuidwestelijke wind komt het kustfront voor vanaf Zeeland tot Texel.
  Het zuidwestelijke type is daar tegen een krachtig type dat dagenlang stand kan houden boven de zee en vooral in Noord Holland landinwaarts kan trekken. Dit heeft te maken met de buiging van de kustlijn ter hoogte van IJmuiden.

Een kustfront is de tegenhanger van het zeewindfront.

Wanneer kan men een kustfront verwachten:

• Men moet binnen 10 kilometer van zee af te wonen
• In het koude seizoen, d.w.z. wanneer de luchtmassa en (het land gedurende de nacht) flink kouder is dan het zeewater. Dus van augustus tot en met maart.
• Er is een zuidwestelijke of noordwestelijke (of voor de Wadden noordelijke) matige wind.
• Er is een diepe onstabiliteit aanwezig, zodat boven zee buien kunnen vormen.
  (Let op wolkenvorming boven zee)
• Er is een groot temperatuursverschil tussen zee en land.

Wanneer kan men het niet verwachten:

• Bij windstil weer.
• Bij een te harde wind.
• Bij grootschalige systemen zoals een trog of ruggen van hogedruk die meetrekken in de heersende stroming.
• In het binnenland.
• In de lente.

Wat ziet men als een kustfront nadert?

• Vaak zijn boven zee onweersbuien ontstaan.
• Wanneer een kustfront nadert ziet men het weerlicht. Ook kan prachtige Cumulonimbusbewolking opdoemen.
• De passage van een kustfront gaat gepaard met een windsprong.
• De wind is dus anders dan elders in Nederland.
• De temperatuur vertoont ook een sprong.

Een kustfront gaat vaak met regen gepaard. De buien zijn ontstaan in een warm gebied. Later in het kustfrontseizoen komt er ook meer sneeuw voor. Dan kunnen er op korte afstand markante verschillen ontstaan. Zeker als het front langdurige stilhangt.