Kaartenuitleg Wetterzentrale
Op deze pagina uitleg over de weerkaarten die te vinden zijn bij de Wetterzentrale. Als je niet precies weet wat de kaarten voorstellen, moet je verder lezen.
Als je www.wetterzentrale.de/topkarten opent zie je het plaatje links bovenin staan.
Hier kun je uit verschillende modellen en waarnemingen ("Beobach.") kiezen als subcategorie. Al die afkortingen zijn over het algemeen 'namen' voor modellen (GFS,MRF,UKMO,ECMWF,etc).
Diagramme zijn diagrammen, ENS is gebaseerd op hetzelfde idee als de 'pluim' bij het KNMI en bij 'Diverses' bekijk je sneeuw/ijsdiktes en watertemperaturen.
Overigens is Reanalysis leuk om naar te kijken, alle oude waarnemingen/weerssituaties vanaf 1950 zijn in het NCEP model gestopt, en de uitkomsten kun je zien op zowel 500 hPa vlak als op 850 hPa. Ook zijn er drukkaarten op zeeniveau van voor 1950 te vinden op Georg Müller's Wetterzentrale. Leuk om naar oude (beruchte) winters te kijken.
Als je dan naar het GFS gaat kijken krijg je deze keuzes (wbt Europa):
Hierbij zijn vooral de eerste twee (500 hPa en 850 hPa) interessant en daarnaast ook de neerslag en 2 meter temperatuur. Daarnaast kun je ook naar de wind op 10 m hoogte kijken en het dauwpunt op 2 meter (dauwpunt is altijd lager dan daadwerkelijke temperatuur en hoe groter het verschil hoe droger de lucht).
Verticale bewegingen en potentiele equivalent temperatuur zijn niet interessant voor het normale weer en meer voor de diehards.
Je ziet ook dat je erg ver vooruit kunt kijken, tot 180 uur (7,5 dag vooruit) en er is een link naar het echte 'koffiedikgebied': tot 384 uur vooruit (16 dagen). Over het algemeen heeft zover vooruit kijken niet zoveel nut omdat de onzekerheid daar vaak groot is (en daardoor de verschillen behoorlijk groot kunnen zijn). Hou het maar tot maximaal een dag of vijf (120 uur).
Overigens wordt het GFS/GFS-model vier keer per dag 'gedraaid' met als input waarnemingen van over de hele wereld. Het duurt een uur of vijf voordat de run klaar is en de gegevens beschikbaar zijn. Dat is meestal na 5,11,17,23 uur UTC (voor NL-tijd bij wintertijd 1 uur optellen, bij zomertijd 2 uur). De 'beste' runs 'schijnen' die van 00 en 12 Z te zijn, vanwege het feit dat dan meer waarnemingen beschikbaar zijn als input voor de modelrun.
Terug naar de kaarten zelf, hieronder een '500 hPa kaart.
Linksboven zie je Init: Tue,10DEC2002 06Z staan, dit is wanneer de run is gestart (dus met de waarnemingen van 06Z), rechtsboven zie je Valid: Wed,11DEC2002 06Z staan. Dit is dus de kaart voor 24 uur vooruit ('+24').
Op deze kaart staan in dikke witte lijnen de druk op zeeniveau (isobaren) en in kleuren de hoogte waarop de druk 500 hPa bedraagt in decameters (1 decameter is 10 meter) geplot (eigenlijk de hoogten van het 500 hPa-vlak).
Op hoogte mag je er van uit gaan dat relatief (tov de omgeving) hoge hoogten relatief hoge druk op dat niveau aanduidt en dat het ook vice versa geldt. Hoogten zeggen verder ook iets over de (gemiddelde) temperatuur van de luchtkolom eronder: warme lucht zet uit en zal de lucht boven zich ook omhoog duwen, waardoor drukvlakken ook hoger liggen. Hier nog een (mogelijk) leerzaam verhaal over hoge en lage druk en factoren die van belang zijn: stukje 1 en stukje 2.
Op deze kaart is de hoogte van het 850 hPa-vak in decameters geplot met dikke witte lijnen (zgn isohypsen) en de temperatuur op 850 hPa in kleuren geplot.
De temperatuur op 850 Hpa is indicatief voor de lucht die bij ons onderin de atmosfeer zit, lage temperaturen wijzen op koude lucht en hoge juist op warme. Helaas is het verloop van de temperatuur niet regelmatig en dan vooral niet in de eerste paar kilometer van de atmosfeer, dus kun je een 850 hPa temp niet rechtstreeks interpreteren naar een temperatuur aan het aardoppervlak.
Auteur: Saskia Noteboom