Storm

Wanneer spreken we van storm?
In de weersverwachting wordt de schaal van Beaufort gebruikt. Deze schaal loopt van 0 (windstil) tot 12 (orkaan). De windsterkte werd vroeger (18e eeuw!) geschat aan de hand van de zichtbare uitwerking ervan op het zee-oppervlak en objecten (bewegen takken, schade aan gebouwen) in het binnenland.

Tegenwoordig is de schaal gekoppeld aan de gemeten windsterkte over 10 minuten gemiddeld. We spreken van "storm (9 Beaufort)" als de gemiddelde windsnelheid over 10 minuten ten minste 75 km/h bedraagt.

Het voorkomen van windstoten is dus niet bepalend voor de benaming. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de Beaufortschal vanaf windkracht 8 (stormachtige wind).

 

Beaufort Benaming m/s (10 min.gem) km/h uitwerking
8
Stormachtig
18.9 (17.2-20.7)
62-74
twijgen breken af, voortgang bemoeilijkt
9
Storm
22.6 (20.8-24.4)
75-88
Lichte schade aan gebouwen (dakpannen)
10
Zware storm
26.4 (24.5-28.5)
89-102
Ontwortelde bomen
11
Zeer zware storm
30.5 (28.5-32.6)
103-117
Uitgebreide schade aan gebouwen (vooral daken, schoorstenen)
12
Orkaan
- >32.6
>117
Komt op land zelden voor, algemene schade, maatschappij ontwrichtend


Belangrijke feiten:

  • De kans op storm is het grootst gedurende de herfst en winter.

  • Een lage barometerstand alleen is geen garantie voor storm. De windsterkte wordt bepaald door de "luchtdrukgradiënt", m.a.w. het drukverval over een bepaalde afstand. Hoe groter de gradiënt, hoe hoger de windsnelheid. Als u een barometer heeft en er wordt storm verwacht, let dan dus vooral op de snelheid waarmee de druk verandert.

  • De hoogste windsnelheden worden doorgaans op zee en in het kustgebied bereikt. Dit komt door de lagere "ruwheid" van het oppervlak. Obstakels als begroeiing en bebouwing verhogen de ruwheid waardoor de luchtbeweging wordt gedempt (de gemiddelde windsnelheid  aan het oppervlak lager wordt (maar wel vlageriger)).

  • Storm-tweeling. De kans op storm is aanzienlijk als de straalstroom (een gebied met hoge windsnelheid op 6-9 km hoogte) in de buurt van ons land ligt. Langs deze straalstroom ontstaan regelmatig actieve depressies die vervolgens vlak langs ons land trekken en meerdere malen achtereen storm kunnen veroorzaken.

  • Het stormveld in onze omgeving is vaak opvallend klein (typische 100-300 km breed en enkele honderden kilometers lang). Omdat het windveld zich met de depressie verplaatst kunnen wel grotere gebieden getroffen worden.

  • Een storm duurt meestal maar enkele uren aangezien de stormdepressie (en het windveld) met grote snelheid langstrekt. Uiteraard zijn hier uitzonderingen.

  • Voor Nederland zijn relatief traag trekkende stormdepressies met een langgerekt windveld uit het NW het gevaarlijkst. Tijdens die situaties heeft het windveld de grootste stijklengte over het Noordzeegebied en kan het zeewater hoog worden opgestuwd langs onze kusten. Een berucht voorbeeld is de storm van 31-1/1-2 1953 waarbij in Zeeland en Zuid-Holland veel dijken doorbraken; de watersnoodramp.

Windstoten
Tijdens een storm is de wind met name in het binnenland erg "vlagerig". Dit komt door de hogere ruwheid van het landschap in het binnenland dat weliswaar de gemiddelde windsnelheid dempt maar de vlagerigheid verhoogt (hogere ruwheid veroorzaakt meer turbulentie). Het is niet ongewoon dat er aan zee een storm staat (9 Beaufort) en in het binneland slechts een windkracht 6 of 7 (gemiddeld!), maar dus wel met flinke uitschieters.

  • In de weersverwachting spreekt men van "zware windstoten" (>75 km/h) of "zeer zware windstoten" (>100 km/h).

  • Windstoten kunnen het hele jaar voorkomen en zijn niet gebonden aan storm. Zo komen regelmatig windstoten voor tijdens zomerse (onweers)buien.

Zwaarste stormen in Nederland (sinds 1970)

 
Datum
Windkracht
Windstoot
Locatie
1
25 januari 1990
11
159 km/uur
IJmuiden
2
3 januari 1976
11
144 km/uur
IJmuiden
3
2 april 1973
11
155 km/uur
Vlieland
4
13 november 1972
11
151 km/uur
Texelhors
5
27 november 1983
10
144 km/uur
Vlissingen
6
27 oktober 2002
10
148 km/uur
Vlissingen
7
26 februari 1990
10
148 km/uur
Den Helder
8
1 februari 1983
10
137 km/uur
IJmuiden
9
24 december 1977
10
133 km/uur Houtrib
10
16 januari 1974
10
114 km/uur
Vlissingen
12-02-2013 | Achtergrond_A_Z | 265
© 2024 Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie