01-01-2020 Zichtafname door vuurwerk en mist, smog
Dat het zicht zeer slecht kan worden als de combinatie van veel rook (aerosol, luchtstof, fijnstof) met mist zich voordoet is al vaak tijdens nieuwjaarsnachten gebleken. In vroegere tijden, toen vuile brandstoffen en lage (fabrieks)schoorstenen werden gebruikt kwam het in het winterseizoen regelmatig voor dat smoke en fog hinderlijk aanwezig waren: zowel veiligheid als gezondheid leden hieronder. In het regenrijke Engeland kwamen smoke en fogzo vaak voor dat een nieuw woord ontstond: smog. In december 1952 was de smog dermate intens in Londen (door gebruik van zwavelrijke kolen en turf en slechte verbrandingsinstallaties en ongunstige weersgesteldheid) dat er duizenden mensen overleden als gevolg van aangedane ademhalingswegen. Het zicht liep in Londen destijds ook tot hooguit 10 meter terug.
Gelukkig is het bij ons maar éénmaal per jaar dat getracht wordt Londen december 1952 na te bootsen en daarbij moet de meteorologische situatie toevallig zo zijn dat vergelijkbare smog kan ontstaan. Ook zal de zuurgraad van de druppels niet pH 1 tot 2 worden, want die hoeveelheden zwavel gaan de lucht niet in. Wel worden er veel andere toxische stoffen stoffen verspreid, maar die geven geen direct effect (waarschijnlijk).
De relatie tussen vloeibaarwatergehalte in de lucht, druppelgrootte en zicht is in onderstaande figuur te zien. Bij toenemend aantal druppeltjes wordt het zicht minder en het druppelaantal neemt rond middernacht drastisch toe doordat er een enorme hoeveelheid condensatiekernen in de lucht terechtkomt. Het water in de mist wordt herverdeeld van enkele honderden over meer dan tienduizend of zelfs honderdduizend condensatiekernen per kubieke centimeter. De kleinere druppels hebben meer oppervlak (gezamenlijk) en geven daarom meer lichtverstrooiing. Aerosol dat niet meedoet als condensatiekern (als het wat hydrofober is) draagt toch ook bij aan de sterke zichtvermindering.
Druppeldiameter in micorometer.
De relatie tussen vloeibaarwatergehalte in de lucht, druppelgrootte en zicht is in onderstaande figuur te zien. Bij toenemend aantal druppeltjes wordt het zicht minder en het druppelaantal neemt rond middernacht drastisch toe doordat er een enorme hoeveelheid condensatiekernen in de lucht terechtkomt. Het water in de mist wordt herverdeeld van enkele honderden over meer dan tienduizend of zelfs honderdduizend condensatiekernen per kubieke centimeter. De kleinere druppels hebben meer oppervlak (gezamenlijk) en geven daarom meer lichtverstrooiing. Aerosol dat niet meedoet als condensatiekern (als het wat hydrofober is) draagt toch ook bij aan de sterke zichtvermindering.
Druppeldiameter in micorometer.