Stratosfeerontladingen


Boven zware onweerscomplexen komen soms zwakke lichtgevende flitsen voor in diverse kleuren. Momenteel zijn er drie soorten bekend: sprites, jets en elves. De stratosfeerontladingen heten in het engels Transient Luminous Events (TLE)

Sprites zijn tot nu toe alleen waargenomen in de Verenigde Staten, Europa en vanuit vliegtuigen en satelliet. Satellietwaarnemingen maken duidelijk dat ze ook voorkomen in Afrika, Indonesië en Australië. Uit deze beelden blijkt dat het om ingewikkelde grillige vormen gaat, die zich over grote afstanden uitbreiden. De drie bekende soorten stratosfeerontladingen:

  • Roodgekleurde sprites
    Dit zijn zwakke lichtgevende flitsen die zeer kort duren en weliswaar voor het oog zichtbaar zijn, maar die men niet kan volgen. Deze sprites bereiken een hoogte van 95 kilometer en benaderen daarmee de onderste regionen van de E-laag. Sprites zijn de meest voorkomende soort stratosfeerontladingen. Ze lijken vooral in de latere stadia van onweerscomplexen voor te komen als er een grote ladingsverplaatsing plaatsvindt, na een positieve blikseminslag.

     

  • Blue jets
    Dit zijn blauwachtige stralen die verticaal schuin omhoog schieten en een hoogte bereiken van 40-50 kilometer. Ze komen niet zo hoog als de rode sprites, maar lijken wel duidelijker. De blue jets schieten omhoog met een snelheid van 350.000 kilometer per uur. Ze worden in verband gebracht met de hagel in buien.

     

  • Elves
    Dit zijn zich snel uitbreidende ringen van licht in de ionosfeer boven grote onweerscomplexen. Ze ontstaan op de top van een bui en groeien uit tot 400 kilometer in diameter. Ook elves bereiken een hoogte van 95 kilometer. Elves duren 1/1000e van een seconde en zijn niet waarneembaar vanaf de grond.

Rode spriteSprites en hun verleden
Wetenschappers hebben in oude waarnemingen gezocht en vonden een verslag uit 1886 dat sprites beschreef. In dit verslag stond dat bliksemontladingen waren gezien, die vanuit het onweerscomplex de lucht in schoten.

Ook uit 1926, 1937 en 1956 zijn er betrouwbare verslagen. Aan het eind van de 20e eeuw rapporteerden piloten regelmatig vreemde lichtverschijnselen boven onweersbuien.

In 1989 bewezen de eerste wetenschappers van de Universiteit uit Minnesota het bestaan van de vreemde lichtflitsen tot 30 kilometer boven een onweerscomplex. Na publicatie in 1990 in het wetenschappelijke blad Science kwam NASA met meer informatie naar buiten.

De Universiteit in Alaska legde deze sprites in 1994 vast op film en sinds de zomer van 2000 worden ze ook in Europa vanaf het Observatoire Midi-Pyrénées (OMP) in Frankrijk vastgelegd. S

Het waarnemen van sprites
Het waarnemen van sprites vanaf de grond is zeer moeilijk en alleen mogelijk onder enkele strenge voorwaarden.

- De waarnemer dient geoefend te zijn in onweerswaarnemingen.
- Er moet boven een zwaar onweerscomplex gekeken kunnen worden. Een onweercomplex op honderden kilometers afstand.
- Het geflits van de onweerstoring dient met een papier afgeschermd te worden, zodat je pupillen het gevoeligst blijven.
- Er mag geen verlichting van een stad, industrieterrein of maan aanwezig zijn. Het beste is dat het zo donker is dat de melkweg zichtbaar is. Een bergtop is ideaal.

 

Sprites

Laat onze ogen wennen aan het donker. Dan kijken we geduldig naar de hemel boven een onweersbui. Kijk naar een moment van rood oplichtend licht. Dat is een sprite. Sommigen zeggen dat je het beter kunt zien vanuit de ooghoeken, dan wanneer je er rechtstreeks naar kijkt.

Al met al lijkt het erop dat het waarnemen van sprites in Nederland heel moeilijk is. Maar het is goed te weten dat het verschijnsel bestaat.

 

 

Relevante links:
Sprites (artikel uit Weerspiegel 1997)
Eurosprites (waarnemingsprogramma van sprites in Europa)



Dank aan Oscar van der Velde

12-02-2013 | Achtergrond_A_Z | 263
© 2024 Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie