Gevoelige kwesties

Een opwarmend klimaat.
Op het moment van schrijven is het begin januari 2016. Terugblikkend op het vorige jaar-zie ook figuur temperatuuranomalie- word je haast overweldigd door de warmte. Het jaar 2015 was wereldwijd dan ook het warmste jaar ooit en in Europa het één-na- warmste, pal na 2014. Met name in december werd weergeschiedenis geschreven. In De Bilt lag het etmaalgemiddelde bijna 6 graden boven normaal.

Temperatuuranomalie De Bilt 2015

Het oude record uit 1974 wordt hiermee gewoon verpulverd. Zover bekend was de grootste positieve afwijking bij een maandgemiddelde tot nog toe zo'n 4,5 gr (juli 2006). Opeens nemen we de horde van 5 én bijna die van 6 graden. Dat is ongekend, maar past mogelijk gewoon in de trend (!?) November 2015 werd uiteindelijk de één-na-zachtste sinds (ten minste) 1901 in De Bilt.
Een dip met een handjevol 'benedenmaatse' temperaturen beroofde deze maand van de koppositie. Voor het overige grossierde deze maand namelijk in een ongeëvenaard aantal 15-plussers. Zowel november als december leverden hiermee een aanzienlijke aanvulling op de stortvloed van warmterecords die we kennen vanaf 1988. Zoeken naar kilte is in deze 'rode vloed' (zie nogmaals figuur temperatuuranomalie) als zoeken naar een speld in een hooiberg. Toch zijn deze spelden te vinden, ook in een opwarmend klimaat. Spelden die voor koudeprikkels zorgen, grote en kleine. Kille krenten in een warme pap. Ik pik er 'zomaar' eentje uit.

Een 'kille krent'.
Dinsdag 24 november 2015 was een dag met een stevige wind en een ijskoude, striemende regen. Het was één van die dagen uit dat "handjevol met 'benedenmaatse' temperaturen" die november telde. Deze dag werkte ik in Park Zestienhoven, Rotterdam, pal naast het gelijknamige vliegveld (officieel: 'Rotterdam The Hague Airport'). 's Avonds trof ik een twitterberichtje in mijn mailbox aan met een kaartje van de gevoelstemperaturen in Nederland. Hieruit maakte ik op dat op het weergegeven tijdstip, 12u20, op vliegveld Zestienhoven een windchill van -1,9 C was berekend. Toevallig werd ik rond dat tijdstip gebeld door ons kantoor met de vraag of er geen sprake was van 'onwerkbaar weer'. Mijn collega's en ik waren al urenlang genadeloos blootgesteld aan de elementen en door de 'virtuele' vrieskou tot op het bot verkild. Na de lunch zetten we toch door, met de klapperende tanden op elkaar geklemd, bij wijzen van spreken. Vermoedelijk was ik in mijn ploegje de enige die uiteindelijk het idee had dit gevoel te moeten koesteren. Deze dag was, zeker achteraf gezien, een mooi voorbeeld van zo'n 'kille krent' in een warme trend. Het inspireerde me ook om mij te verdiepen in het verschijnsel 'windchill'. Dat levert een huiveringwekkende verhaal op. In het vervolg van deze column draai ik de thermostaat even terug, virtueel. Hopelijk kan ik hiermee d(i)e ervaring van windchill duidelijk voor het voetlicht brengen.

Windchill: wat en hoe?
Wat houdt 'windchill' nu eigenlijk in! Simpelweg betreft dit het afkoelend effect van de wind. Toch is het minder simpel dan het lijkt. Windchill kun je namelijk niet meten. Het credo "meten is weten" gaat hier niet op. Verschillende geleerden bedachten daarom in de loop van de tijd formules om windchill te berekenen. Zo ontwikkelden Siple en Passel uit experimenten in 1939 tijdens een poolexpeditie een rekenmethode. In 1971 ontwikkelde Steadman zijn eigen methode gebaseerd op de hoeveelheid kleding die nodig is om mensen te beschermen tegen de kou. Sinds december 2009 maakt het KNMI gebruik van een formule volgens de in 2000/2001 ontwikkelde JAG/TI-methode. Deze heeft ook in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada en op IJsland ingang gevonden. Deze methode is gebaseerd op het warmtetransport van het lichaam naar de huid. Het staat daarmee dichter bij de menselijke ervaring van warmteverlies dan de eerder ontwikkelde methodes.

Menselijke ervaring.
De menselijke ervaring staat centraal bij de berekening van windchill. Windchill is niet van toepassing op levenloze objecten en geldt evenmin voor dieren. De wind heeft overigens wel degelijk invloed op de snelheid waarmee afkoeling optreedt. Bij vorst en wind bevriezen waterleidingen eerder en koelen huizen sneller af. Wind kan ijsvorming en -afzetting bevorderen, zelfs bij luchttemperaturen boven nul. Die 'menselijke ervaring' komt in de Nederlandse 'vertaling' van 'windchill' beter tot zijn recht: 'gevoelstemperatuur'. Het gaat er juist om hoe wij mensen de temperatuur en met name de koude ervaren. Daarmee sluipt er wel subjectiviteit in het hele verhaal. Bij zonnig weer en/of de wind in de rug voelt het minder koud aan dan de berekende gevoelstemperatuur doet vermoeden. Luchtvochtigheid speelt ook nog een rol. Bij warmte kan het bijdragen aan een gevoel van benauwdheid. De koude kan bij hogere luchtvochtigheid indringender worden. Alleen kunnen dit soort kwalificaties niet in formules worden verwerkt.

'Gevoel' ligt gevoelig.
De lijst met kwalificaties kan verder worden uitgebreid. Wat te denken van persoonlijke voorkeur, instelling en gesteldheid? De een maakt het liefst lange schaatstochten pal tegen een snijdende noordooster in. De ander ligt dag in, dag uit te zonnen op een loeiheet strand. Om maar eens wat uitersten te noemen. Wat nou "veel te koud" of "veel te warm" !? Andere factoren die een rol kunnen spelen zijn: lichamelijke en geestelijke conditie, gemoedstoestand, lichaamsbouw, gewenning, leeftijd en sekse. Vrouwen schijnen kouwelijker te zijn dan mannen. Bejaarden kunnen slecht tegen zowel kou, als hitte. Een vetlaag isoleert: dat is voordelig bij koud weer, maar nadelig bij hitte. Bij de eerste nachtvorst van het seizoen is het altijd even wennen. In de winter voelt een briesje bij 14 C zwoel aan, in de zomer spreekt men dan van een "dun windje". Voor eenieder geboren, getogen of verbleven aan de evenaar is het bij aankomst in koudere streken afzien geblazen. Zelden heeft schrijver dezes het zo koud gehad als in januari 2010, bij terugkeer van een vakantie in Thailand. In Bangkok was het 34 C, in Nederland rond het vriespunt. De combinatie met jetlag maakte deze overgang nog zwaarder. De 'gevoelstemperatuur' is niet alleen een kwestie van gevoel, het kan ook een gevoelige kwestie zijn. Eentje om uitgebreid over te discussiëren.

Cop21: top of flop?
Tijdens de onlangs in Parijs gehouden Klimaattop, COP21, werd ook uitgebreid gediscussieerd. Talloze gevoelige kwesties passeerden de revue. De deelnemende landen legden min of meer dwingende afspraken vast in een slotverklaring, noem het een verdrag. Het gevoel van urgentie was aanwezig, maar of men gaat doorpakken of het vooral bij goede voornemens laat zal de toekomst moeten uitwijzen. De thermostaat van de aarde is al een hele graad opgeschroefd. Het plan is om de opwarming van de aarde tot twee graden te beperken. Zonder ingrijpende maatregelen kunnen we eind deze eeuw zomaar op vier of vijf graden temperatuurstijging uitkomen. Daaraan zijn huiveringwekkende doemscenario's verbonden: rampspoed allerwegen op klimatologisch, ecologisch, economisch en sociaal vlak. Het is nu of nooit; alle hens aan dek. Een flop kunnen we ons niet veroorloven. De thermostaat van de aarde krijgen we niet onder controle met kille krenten en virtuele kou. Dat zijn alleen maar gevoelige kwesties, leuk voor columns of andere verhaaltjes voor het slapen gaan.


Dick Bravenboer.

02-01-2016 | WS_Vrij_Diversen | 1669
© 2024 Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie