Klimaat informatie over Griekenland
Geografie
Griekenland is ruim drie keer groter dan Nederland. Bijna 20% van het grondgebied bestaat uit eilanden. Grappig is dat de Grieken niet eens weten hoeveel eilanden er precies zijn. In ieder geval enkele honderden, het grootste is Kreta.
De kustlijn, inclusief die van de eilanden, heeft een lengte van maar liefst 15.000 km. Ongeveer 70% van het totale landoppervlak bestaat uit heuvels en bergen en ruim 75% van het oppervlak ligt op een hoogte van 700 meter of hoger. Het aantal inwoners bedraagt ongeveer 11 miljoen. Ruim 3 miljoen mensen wonen in de agglomeratie Athene. Verder is de bevolking vooral geconcentreerd in de kustgebieden, het binnenland is dun bevolkt.
Klimaat kuststrook en eilanden
Alle Griekse eilanden en de kuststrook van het vaste land inclusief de Peloponnessos hebben een Mediterraan klimaat; zachte vochtige winters en lange hete, droge zomers. De Mediterrane regio is een overgangsregio; in de winter staat het gebied onder invloed van de westcirculatie terwijl in de zomer het gebied onder invloed van het Azorenhoog ligt.
Alhoewel ook gedurende de zomermaanden af en toe een bui kan ontstaan, doet het natte winterseizoen vrij plotseling zijn intrede, over het algemeen eind oktober. In oktober verliest het Azorenhoog haar invloed waarna frontale systemen vanuit het noorden, met daarachter koele luchtmassa's, het gebied bereiken. Boven het relatieve warme zeewater (zelfs in januari is de zeewatertemperatuur enkele graden hoger dan de gemiddelde luchttemperatuur) geeft dit aanleiding tot een onstabiele atmosfeer en buienvorming waarbij in de berggebieden de neerslag vaak door gedwongen stijging wordt versterkt.
Meer dan de helft van de depressies die Griekenland aandoen in het winterhalfjaar zijn in feite "Genua"-depressies. Ze ontstaan indien een blokkerend hogedrukgebied boven Noord-Europa of boven de Atlantische Oceaan, koude luchtmassa's over het gebied laat uitstromen. De onstabiliteit die onstaat boven het relatief warme zeewater in combinatie met een tak van de polaire straalstroom, geeft aanleiding tot vorming van actieve depressies in het westelijke Mediterrane bekken die vervolgens oostwaarts trekken.
Corfu, mei 2000. Uitzicht over zee richting Italië. Met een NW-stroming werd onstabiele en koele lucht aangevoerd waarin boven zee flinke Cumuli ontstonden |
De gemiddelde temperatuur in januari bedraagt in de Mediterrane regio 9-12 graden (van noord naar zuid). De gemiddelde maximumtemperatuur ligt in januari rond 13-15 graden. Soms komt de temperatuur boven de 20 graden. Vorst komt -aan de kusten- van de zuidelijke eilanden niet of nauwelijks voor. Op de eilanden meer naar het noorden en langs de kusten van het vasteland komt het soms tot minima onder 0 (De laagste temperatuur ooit in Athene gemeten bedroeg -5,7 graden Celsius (februari)). Sneeuw is een zeldzaamheid en komt soms voor bij uitbraken van Arctische lucht. Het aantal dagen met neerslag per jaar in het gebied is erg variabel, maar in het winterseizoen komt het ruwweg op 10-17 dagen per maand tot neerslag.
De "zomerperiode" begint in Griekenland vaak al in maart maar kent tot in mei vele onderbrekingen veroorzaakt door het langstrekken van depressies. Vanaf maart komt de luchttemperatuur uit boven die van het zeewater, wat een stabiliserend effect heeft. Geleidelijk breidt het Azorenhoog haar invloed uit terwijl het Euro-Aziatische hoog in betekenis afneemt.
Vanaf half mei is het weer meestal stabiel en zomers. De gemiddelde maximumtemperatuur ligt op veel stations op de eilanden en langs de kust in juli en augustus net boven de 30 graden Celsius. Er zijn temperaturen gemeten tot boven de 40 graden Celsius. Het aantal dagen met neerslag neemt af tot 0 of hooguit 1 of 2 per maand in juli en augustus. Juli is de zonnigste maand met op veel plaatsen maar liefst zo'n 360 tot 390 uren zonneschijn.
Corfu is het "natste" eiland van Griekenland. Er zijn uitgestrekte bosgebieden en in het voorjaar staat het eiland letterlijk "in bloei". |
Klimaat binnenland
De vele berggebieden in het binnenland hebben een tamelijk complexe uitwerking op het klimaat. Sommige streken (leizijde) zijn in het winterhalfjaar droog, andere door stuwingseffecten juist nat. In de berggebieden (vooral in het noorden) ligt de gemiddelde temperatuur in januari onder 0 en daar valt volop sneeuw.
Er zijn zelfs enkele wintersportgebieden. In het hele binnenland, ook buiten de berggebieden, kan het zo af en toe vriezen, in de noordelijke helft soms zelfs streng. In juli en augustus ligt de gemiddelde maximumtemperatuur in de lagere delen van het binnenland rond de 34 graden. Er zijn temperaturen gemeten tot 45 graden Celsius.
Klimaatfluctuatie, verandering
Klimaatmodellen geven aan dat de verwachtte temperatuurstijging gecombineerd met een netto hogere verdamping in het zuiden van Europa kan leiden tot een korter groeiseizoen (Milieuverkenning 5). Hogere temperaturen zouden er in de toekomst wel een toe kunnen leiden dat minder mensen de populaire vakantiegebieden aan de Middelandse zee zullen bezoeken, dit vanwege het simpele feit dat het er niet meer aangenaam is.
In de afgelopen jaren is het vrijwel overal in Europa warmer geworden. Alleen Zuidoost-Europa was kouder. Het tijdvak 1981-1990 was gemiddeld over Europa 0,2 tot 0,5ºC warmer dan de dertig jaar daarvoor. In Griekenland werd het zo'n 0,2ºC kouder. De hoeveelheid neerslag is in het grootste deel van Noord- Europa in het tijdvak 1981-1990 ten opzichte van 1951-1980 met ongeveer 20% toegenomen. Sommige gebieden in Zuid-Europa, waaronder Griekenland, kregen echter zo'n 20% minder neerslag (bron: KNMI website). Dit alles wordt voornamelijk toegeschreven aan de langdurige positieve fase van de NAO, waarvan wordt verondersteld dat dit hoogstwaarschijnlijk een natuurlijke fluctuatie is.
Luchtvervuiling in Athene
Athene staat bekend om zijn luchtverontreiningsepisodes die vooral in het zomerseizoen optreden. Een episode doet zich voor als aan twee voorwaardes is voldaan: emissies van luchtverontreinigende stoffen en ongunstige meteorologische condities. De enorme concentratie van menselijke activiteiten (industrie, wegverkeer, (lucht)haven) staat garant voor de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen.
Daarnaast heeft Athene "de pech" aan drie kanten omsloten te zijn door bergen. Tijdens de lange zomer komt het nogal eens tot een lokale zwakke berg-zee circulatie. Tijdens de avond en nacht koelt de lucht vooral in de hogere delen af waarna de koudere en dus zwaardere lucht afstroomt naar zee (bergwind).
De luchtlaag strijkt over de stad waarbij de luchtverontreinigende stoffen worden meegenomen. Het luchtpakket kan dan vervolgens boven zee min of meer tot stilstand komen. Als overdag onder invloed van de intense instraling het land opwarmt stroomt het vervuilde luchtpakket van zee weer over de stad uit.
Door de emissie neemt de verontreiniging nog verder toe en onder invloed van de zon kan vooral de ozonconcentratie spectaculair stijgen. De berg-zee circulatie kan soms dagen aanhouden. De luchtverontreiniging, in combinatie met de hitte, heeft een aantoonbare toename van het aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen tot gevolg.
Tijdens een dergelijke episode neemt het stadsbestuur drastistische maatregelen. Zo mogen op de ene dag alleen auto's rijden met een oneven cijfer op het nummerbord, op de volgende dag alleen auto's met een even cijfer. In sommige gevallen, zo is uit onderzoek gebleken, is de verontreiningspluim uit Athene te volgen tot op honderden kilometers afstand (Kreta).
Weerlinks:
Het klimaat van Turkije
Het klimaat van Italië
Het klimaat van Libië
Het klimaat van Egypte