Achtergrond informatie
Hier worden verschijnselen toegelicht, die te maken hebben met klimatologie, optica, weersystemen, wolken en neerslag, onweer en tornado's. Maar er is ook te vinden hoe verschillende wolken worden geclassificeerd en hoe een weerstation eruit kan zien. Verder worden allerlei instrumenten onder de loep genomen en de richtlijnen van het waarnemen worden uitgelegd. Ook wordt er toegelicht waarom er richtlijnen zijn en hoe ze tot stand komen.
Tenslotte hebben we enkele tips op het gebied van software en websites die een bezoekje waard zijn.
Over de wereld zijn veel amateurs die met een elektronisch weerstation het weer meten. Sommige weeramateurs geven deze metingen door aan weerdiensten. Met name regenmetingen van amateurs zijn erg belangrijk, omdat de hoeveelheid neerslag sterk verschilt per plaats. Dankzij meer metingen kunnen dan betere weersverwachtingen worden opgesteld. Op meteorologisch gebied ontstonden door de eeuwen heen nauwkeurige meetinstrumenten om de elementen te kunnen meten. Deze kwamen tijdens en na de renaissance beschikbaar: Galileo construeerde de thermometer in de 16e eeuw, gevolgd door Torricelli's uitvinding van de barometer in 1643. Het verband tussen de luchtdruk en de hoogte werd door Blaise Pascal en René Descartes aangetoond. De anemometer voor het meten van windsnelheden werd in 1667 door Robert Hooke gebouwd. Horace de Saussure maakte de lijst van belangrijke meteorologische instrumenten in 1780 volledig met de uitvinding van de hygrometer, die de luchtvochtigheid meet.